Stichting
Museum Onder Zeil
Het merendeel van het jaar ligt een skûtsje te rusten in zijn box. Een skûtsje komt het best tot zijn recht als hij uit de box is. Het skûtsje vaart dan of voor teambuilding en/of dagje uit of voor het wedstrijd zeilen. Afgezien van het geplande onderhoud. Dan krijgt het skûtsje weer een opknapbeurt zodat er weer veilig en toch maximaal gezeild kan worden. Kom een dagje meedoen en wie weet word jij bemanningslid!
Al sinds 1836 worden er wedstrijden gehouden op de Friese meren met vracht- en beurtschepen. Eerst nog van hout, na 1889 kwamen de eerste ijzeren exemplaren. Sinds 1910 overheersten de staalijzeren skûtsjes in het hardzeilen voor vracht- en beurtschepen. In de negentiende eeuw organiseerden zeilverenigingen en kroegbazen met een zaak aan het water nog wedstrijd na wedstrijd. De schippers konden er aardige geldprijzen mee winnen die wel tot een weekloon hoog waren. Daarnaast waren er wedstrijden waar de schippers konden strijden om voedsel als prijs. ‘Voor spek en bonen’ meedoen was vaak bittere ernst: ze konden het extra eten goed gebruiken!
De wedstrijden werden gevaren tussen het lossen en laden van vracht door. De vrouw en de hele huisraad werd wel aan de wal gezet voor een wedstrijd, om gewicht te besparen. Om de schippers de tijd te geven om ook naar de wedstrijden toe te kunnen, werd in 1944 het initiatief genomen door Klaas Kingma uit Dokkum en Gerben van Manen uit Drachten om een overkoepelend orgaan op te richten. Dit werd de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen (SKS). Sinds die tijd varen nog steeds veertien skûtsjes jaarlijks hun competitie. Skûtsjes die in eigendom zijn van een commissie, met een schipper uit een echt schippersgeslacht.
Het was taxi-ondernemer Gerrit Roosjen (1942-1999) uit Franeker die besloot om een tweede zeilevenement voor skûtsjes te organiseren toen hij, de Harlinger Kees Koehoorn en Hylke de Vries maar niet werden toegelaten als deelnemer van de SKS. De SKS hield de deur voor hen dicht. Veertien skûtsjes was het maximale aantal deelnemers i.v.m. de nauwe wateren als bij Grou, Eernewoude en De Veenhoop.
Gerrit besloot dan ook tot de oprichting van de Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen (IFKS). Een open vereniging wat inhoudt dat iedereen die een door de IFKS goedgekeurd schip heeft, onder de voorwaarden van de IFKS lid mocht en mag worden en mee kan doen met de wedstrijden, die door de vereniging zelf worden georganiseerd.
Op 19 december 1981 vond de oprichtingsvergadering in Café Restaurant ‘De Hinde’ in Hindeloopen plaats. Hoewel de statuten 28 januari 1982 te Leeuwarden aangaven. De zomer erop kwamen er op 10 augustus maar liefst 16 skûtsjes aan de start op het IJsselmeer bij Hindeloopen. Skûtsjes die in eigendom waren en zijn van ‘vrije’ eigenaren.
De IFKS voelt een grote verantwoordelijkheid om dit typisch Fries cultureel erfgoed, wat door het skûtsje wordt belichaamd, ook voor het nageslacht te bewaren. Dat dit breed gedragen wordt, blijkt wel uit het feit dat de vereniging inmiddels ruim 600 leden telt en dat sinds die eerste wedstrijd in 1982 er veel skûtsjes zijn bijgekomen. Inmiddels wordt het IFKS-kampioenschap elk jaar in de bouwvak verzeild met 60 tot 65 skûtsjes in vier klassen. Er is een promotie/degradatiesysteem bij de skûtsjes tot 20,62 m lengte in een C, B en A-klasse. Daarnaast bestaat er een kleine a-klasse met skûtsjes tot 17,10 m. Beter kan het succes van Roosjen en de andere ‘strijders van het eerste uur’ als Berend Hof uit Nijezijl, Ruurd Vlieger, Jildert Sudema, Doede Dijkstra, de Hindelooper Klaas Adema en later Yde Schakel uit Exmorra en de Leeuwarder Chris van der Berg niet duidelijk worden gemaakt. De eerste kampioen werd Nico Hoek uit Muiden met de ‘Lutgerdina Smeltekop’.
De IFKS zet op alle vlakken in op een verdere professionalisering van bestuur en organisatie. Het karakter van ‘een wilde bond’ is er al lang af. Toch zullen er altijd mensen zijn die de IFKS zien als alternatief. Vanuit historisch oogpunt klopt dat wellicht, maar een groter evenement in zijn soort als de IFKS is er in de wereld niet.
De IFKS is als organisatie in 2010 toegetreden tot het Watersportverbond. Door dit lidmaatschap doet de vereniging een beroep op gekwalificeerde wedstrijdleiders en leden voor de protestcommissie. Zowel wedstrijdleiding als protestcommissie opereren geheel onafhankelijk van de IFKS, waarmee kwaliteit, deskundigheid en onpartijdigheid gegarandeerd zijn.
De IFKS heeft hiermee een aantal belangrijke stappen voor de toekomst van onze vereniging gezet. En dit alles zonder het eigen karakter en de identiteit van de IFKS en haar oorsprong uit het oog te verliezen. Want we weten waar we met z’n allen heen willen, maar zullen nooit vergeten waar we vandaan komen. Onze ambitie sluit hier mooi bij aan om iedereen te leren over de skûtsje en het skûtsje zeilen.
Een skûtsje komt het best tot zijn recht als hij uit de box is.